Zwanger ABC
À terme staat voor de datum waarop je bent uitgerekend. Als je à terme bevalt dan houdt dat in dat je bevalt na een normale zwangerschapsduur.
Van een à terme bevalling is sprake als je bevalt tussen de 37 en 42 weken zwangerschap.
Aambeien zijn gezwollen adertjes rondom de anus. Ze kunnen aan de binnenkant en aan de buitenkant zitten. Ze kunnen flink pijn doen en jeuken. Je kunt vooral in de laatste periode van je zwangerschap last krijgen van aambeien. Het ontstaan van aambeien kent verschillende oorzaken. Ten eerste worden de wanden van de bloedvaten onder invloed van de zwangerschapshormonen minder stevig.
De bloedvaatjes gaan dan sneller kapot. Schrik dus niet als er wat bloed bij je ontlasting zit. Daarnaast heb je in een later stadium van je zwangerschap vaak meer last van verstopping en moet je harder persen voor je ontlasting.
Door die druk kunnen de adertjes opzwellen en kapotgaan. Als je last hebt van aambeien is het belangrijk dat je veel drinkt en veel beweegt. Probeer ook voeding met veel vezels te nemen, zoals fruit, ontbijtkoek, zemelen en muesli. Ga daarnaast direct naar de wc als je aandrang voelt. Houd je last, dan zijn er bij de apotheek en drogist verschillende soorten zalfjes verkrijgbaar.
Van een aangezichtsligging is sprake als je baby met zijn gezicht naar beneden ligt. Een normale bevalling is in dit geval mogelijk, maar het is wel moeilijker dan bij een gewone ligging (achterhoofdsligging). De doorsnede van het gezicht van je baby is in deze positie namelijk groter. Bovendien geeft het hoofd in deze ligging minder druk op de baarmoedermond, waardoor de ontsluiting minder vlot kan verlopen. Na de geboorte kan je kindje er wat blauw en gezwollen uitzien in zijn gezicht. Dit trekt echter na een paar dagen weer weg.
Is je kindje geboren, dan moet je hem binnen een vast aantal dagen aangeven bij de burgerlijke stand van de gemeente waar je kindje is geboren. Dit kan dus een andere gemeente zijn dan waar je woont. Binnen hoeveel dagen je precies aangifte moet doen, hangt af of je met een weekend of feestdagen te maken hebt. In principe heb je 3 werkdagen de tijd, maar kijk voor de zekerheid even op de website van de desbetreffende gemeente. Vaak moet je een afspraak maken voor de aangifte.
In de meeste gevallen zal de vader de aangifte doen. Is dit niet mogelijk, dan kan het ook worden gedaan door iemand anders die bij de bevalling aanwezig was of in wiens huis het kind is geboren.
Bij de aangifte moet je een aantal dingen meenemen: een trouwboekje of een bewijs vanvaderschap (als je dat hebt) en je identiteitsbewijs. Neem daarnaast ook een fototoestel mee en vraag of de ambtenaar een foto maakt als je de aangifte ondertekent, een uniek moment!
Let overigens goed op of je de naam van je kindje goed hebt opgeschreven. Is er eenmaal getekend, dan kun je de naam in principe niet meer veranderen.
De achterhoofdsligging is de meest gangbare ligging waarin een baby aan het eind van de zwangerschap klaarligt voor de bevalling. Je baby ligt bij deze ligging met de voeten omhoog en met het achterhoofd ingedaald. Het hoofd heeft op deze manier de smalste doorsnede en past zo het beste door je bekken. Dit is dus de meest gunstige positie voor een bevalling.
Wat is achternaam?
Sinds 1 januari 1998 mag je zelf kiezen of je kind de achternaam van de vader of moeder krijgt. Ben je getrouwd, dan kun je bij je eerste kind de naam kiezen. Die achternaam geldt dan ook voor alle volgende kinderen binnen hetzelfde gezin. Als je als getrouwd stel de naam van de vader kiest, dan hoef je daarvoor verder niets te regelen.
Deze naam wordt namelijk automatisch gekozen. Kies je voor de naam van de moeder, dan moet je dat regelen, bij voorkeur voor de geboorte. Je moet dan bij de gemeente samen en persoonlijk officieel verklaren dat je kiest voor de naam van de moeder. Als je niet getrouwd bent, dan krijgt je kind automatisch de naam van de moeder. Je kunt wel kiezen voor de naam van de vader, maar dan moet die het kind eersterkennen. Dat kan al voor de geboorte.
Acupunctuur kan tijdens de zwangerschap helpen bij bepaalde klachten en kan ook als voorbereiding op de bevalling worden toegepast. Acupunctuur bestaat al duizenden jaren en is onderdeel van de Chinese geneeskunde. Het is erop gericht om de verstoorde balans in het lichaam weer in evenwicht te brengen.
Tijdens de zwangerschap kan de balans door hormonen verstoord raken en kun je last krijgen van de bekende zwangerschapskwaaltjes, zoals misselijkheid, vermoeidheid en rugklachten. Omdat veel medicijnen tijdens je zwangerschap uit den boze zijn, kan acupunctuur een goed alternatief bieden dat veilig is voor jou en je ongeboren kind.
Behalve voor de normale kwaaltjes en als voorbereiding op de bevalling, wordt acupunctuur ook wel toegepast bij stuitligging, bij pijn tijdens de bevalling en bij problemen tijdens de kraamperiode.
Tijdens de zwangerschap kun je meer last hebben van afscheiding uit je vagina dan anders. De slijmvliezen werken door de betere doorbloeding intensiever, wat leidt tot meer afscheiding. Warm weer en inspanning kunnen de hoeveelheid ook nog eens beïnvloeden.
Afscheiding is wit of helder van kleur en ruikt niet of een beetje zurig. Heeft je afscheiding een andere kleur, ruikt het vies en heb je bovendien last van jeuk, irritatie of een branderig gevoel, dan kun je last hebben van een schimmelinfectie die moet worden behandeld.
Het gebruik van alcohol tijdens de zwangerschap is schadelijk voor je ongeboren kind. Regelmatig alcoholgebruik verhoogt de kans op groeivertragingen en aangeboren afwijkingen bij je baby. Ook heb je meer kans op een miskraam of een vroeggeboorte.
Alcohol komt bij je baby terecht via de navelstreng en je baby kan de alcohol in zijn lichaam niet goed afbreken. Omdat wetenschappelijk onderzoek nog niet heeft kunnen uitwijzen tot welke hoeveelheid het gebruik van alcohol niet schadelijk is voor het ongeboren kind, is het algemene advies om tijdens de zwangerschap helemaal geen alcohol te drinken.
Zie:
Vruchtwaterpunctie.
Zie:
Bloedarmoede.
Het is heel normaal om last te hebben van angstgevoelens tijdens de zwangerschap. Angst voor de verantwoordelijkheid, angst voor het verkeerd aflopen van de zwangerschap, angst voor de bevalling, noem het maar op. Oorzaak van deze gevoelens kunnen je hormonen zijn maar ook eerdere zwangerschapservaringen of ervaringen van mensen in je omgeving.
Loop je rond met angstgevoelens, praat er dan over met je verloskundige en als je dat wil ook met je partner. Het is belangrijk om je angstgevoelens aan te pakken, want de stress die deze gevoelens kunnen veroorzaken, is niet goed voor de ontwikkeling van je baby.
Wat is Apgarscore? | Zwanger ABC
Vlak na zijn geboorte wordt je kind nauwkeurig onderzocht en krijgt hij een score volgens de apgarmethode. Je kindje wordt hierbij op vijf gebieden onderzocht: hartslag, ademhaling, spierspanning, prikkelreactie en huidskleur. Voor elk onderdeel kan je baby 2 punten scoren, in totaal dus 10.
Het onderzoek wordt een paar keer gedaan: een keer vlak na de geboorte, na vijf minuten en na tien minuten. De meeste baby’s halen overigens bij de eerste meting geen 10, dus maak je niet direct zorgen.
Een 8 of 9 is ook al heel erg goed. Bij een lagere score is er meestal wat extra zorg nodig in die eerste paar minuten. De meeste baby’s krijgen daarna alsnog een goede score.
Een baarkruk kan worden gebruikt als hulpmiddel bij de bevalling. Het is een manier van verticaal bevallen. De baarkruk is een kruk met een open voorkant en een gat aan de bovenkant. Je partner kan achter je op een kruk of stoel zitten en je op die manier ondersteunen.
De verloskundige zit voor je op een laag krukje of op de grond. Je kunt de geboorte volgen door een spiegel voor je op de grond te plaatsen. Zo kan ook je partner meekijken. De baarkruk wordt meestal pas gebruikt tijdens de uitdrijvingsfase, dus bij de persweeën. Het voordeel van bevallen op een baarkruk is dat de zwaartekracht een handje meehelpt. Bovendien is de druk op de onderkant van de baarmoeder groter waardoor de weeën krachtiger zullen zijn.
Daardoor kan deze fase sneller verlopen en dit is minder vermoeiend voor de aanstaande moeder. Verloopt de bevalling erg snel, dan kun je beter niet op een baarkruk gaan persen. Als het te snel gaat, heb je meer kans op uitscheuring.
Je baarmoeder hangt met banden aan je bekken. Die banden zorgen ervoor dat je baarmoeder op zijn plek blijft zitten. Als je baarmoeder tijdens de zwangerschap gaat groeien, dan worden de banden ook uitgerekt. Omdat tegelijkertijd je buikspieren slapper worden, hebben de banden het zwaarder.
Dit kan zorgen voor een zeurende of stekende pijn rechts en links in je onderbuik of in je liezen. Bandenpijn is vervelend, maar kan geen kwaad. Let goed op je houding en gebruik eventueel een draagdoek of
buikband om je buik wat extra steun te geven.
Beenweeën zijn weeën waarbij de pijn doortrekt naar je bovenbenen. Net als bij rugweeën kan massage helpen om de pijn te verlichten. Dit is een mooie taak voor je partner.
De instabiliteit van het bekken die kan ontstaan door zwangerschapshormonen en die kan leiden tot bekkenpijn.
Bekkenpijn ontstaat door de instabiliteit van het bekken. Door de hormonen tijdens de zwangerschap worden alle spieren minder stevig, dus ook de bekkenbodemspieren en bekkenbanden. Dat het bekken en de spieren eromheen losser worden, is nodig voor de bevalling.
Op die manier kan je kindje er tijdens de bevalling makkelijker doorheen. De bekkeninstabiliteit die tijdens de zwangerschap al ontstaat, kan pijnklachten geven en kan ook leiden tot functie- en bewegingsbeperking. Fysiotherapie, bewegingsoefeningen en het verminderen van de spierbelasting kunnen helpen om de klachten te verminderen of te verhelpen.
Signaleer bekkenpijn op tijd, zodat je verergering kunt voorkomen. Meestal trekken de klachten binnen een paar maanden na de bevalling helemaal weg, eventueel met aanvullende fysiotherapie en oefeningen.
Om zwanger te raken moet er een bevruchting plaatsvinden, dat wil zeggen dat een zaadcel een eicel moet binnendringen. Op het moment van bevruchting sluit de eicel zich meteen af voor andere ‘indringers’. Soms dringen er twee zaadcellen tegelijk binnen, dan ontstaat er een tweeling. Direct na de bevruchting begint de cel zich al te delen: het allereerste begin van je kindje in wording!
Tijdens je zwangerschap heb je meer kans op een blaasontsteking. Je blaas wordt door de steeds groter wordende baarmoeder opzij gedrukt en bovendien verslappen de urinewegen.
Dit samen vergroot de kans dat er in de blaas toch wat urine achterblijft na het plassen en dat geeft weer meer kans op een blaasontsteking. Veel drinken helpt een blaasontsteking te voorkomen. Ook cranberrysap kan helpen. Als je vermoedt dat je een blaasontsteking hebt, ga dan altijd even langs de huisarts.
Als je bloedarmoede hebt, betekent dit dat het hemoglobinegehalte in je bloed te laag is. Hemoglobine bestaat voornamelijk uit ijzer en zorgt voor het zuurstoftransport in je lichaam. Tijdens je zwangerschap heb je meer kans op bloedarmoede omdat je meer bloed in je lichaam hebt dan anders, ongeveer 1 liter extra.
Daarvoor heb je extra ijzer nodig, terwijl de baby ook ijzer van jou gebruikt. Door de bloedarmoede kun je snel vermoeid zijn. Om dit kwaaltje te voorkomen, moet je veel ijzerrijk voedsel nemen, bijvoorbeeld vlees, ei, volkoren graanproducten, noten en gedroogd fruit. Heb je eenmaal een ijzertekort, dan zul je het ijzergehalte moeten opkrikken met behulp van zogenaamde staalpillen.
Je huisarts kan je deze voorschrijven. Het nadeel van deze pillen is dat ze verstopping kunnen veroorzaken. Voorkomen van bloedarmoede is dus beter dan genezen.
Bloedverlies tijdens de zwangerschap kan je behoorlijk laten schrikken, maar het hoeft niet altijd ernstige gevolgen te hebben. Bloedverlies hoeft dus niet altijd een miskraam aan te duiden, maar het kan ook andere oorzaken hebben, zoals pseudomenstruatie, innestelingsbloeding, aambeien, bloedverlies vanuit de placenta, een wondje aan de baarmoedermond of het verliezen van de slijmprop.
Bij bloedverlies tijdens de eerste 3 à 4 maanden moet je meestal afwachten of het bloeden vanzelf stopt of misschien toch duidt op een miskraam. Bij een bloeding na die tijd is het aan te raden om met de verloskundige te overleggen wat je moet doen. Overigens komt het regelmatig voor dat de oorzaak van de bloeding niet wordt gevonden en dat de zwangere verder een prima zwangerschap heeft en een gezond kind op de wereld zet.
Borstvoeding betekent het voeden van je baby aan de borst met jouw moedermelk. Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding voor een baby. Je borsten ontwikkelen zich tijdens de zwangerschap zo dat je direct na de geboorte van je kindje al moedermelk kunt geven. Die melk bevat precies de stoffen die je baby nodig heeft en ook belangrijke antistoffen die je kindje kunnen beschermen omdat dat belangrijk is.
Zie: Harde buiken.
Een buikband kan je tijdens de zwangerschap wat extra steun geven. Vooral in de laatste paar maanden wordt je buik steeds zwaarder. Dit kan rugklachten geven. Door de rugklachten kun je in een verkeerde houding gaan bewegen, wat weer meer klachten meebrengt.
Een verstevigende buikband is een elastische band die aan de voorkant onder je buik zit en aan de achterkant tegen je onderrug. Ook bij bekkenpijn kan de band wat verlichting geven door de ondersteuning. Het is niet aan te raden om de buikband de hele dag te dragen. Vraag advies aan je verloskundige of fysiotherapeut over wat in jouw geval het beste is.
Van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is sprake als een bevruchte eicel zich niet in de baarmoeder nestelt, maar daarbuiten. Meestal is dat in een van de eileiders of eierstokken. Als je beschadigde eileiders hebt of al eens eerder een buitenbaarmoederlijke zwangerschap hebt gehad, dan is je kans erop groter.
De eerste symptomen, zoals buikpijn, bloedverlies en misselijkheid, doen zich vaak voor rond de 6 tot 10 weken zwangerschap. Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap kan leiden tot bloedingen en uiteindelijk tot het barsten van de eileider. Dit gaat gepaard met heftige pijn en een spoedoperatie is dan ook direct nodig.
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap wordt altijd afgebroken. Het kan namelijk bij te laat ingrijpen leiden tot onvruchtbaarheid.
Tijdens de zwangerschap moet je cafeïnegebruik beperken. Veel cafeïne kan schadelijk zijn voor je ongeboren kindje. Los van het feit dat hij actief wordt van een cafeïnestoot, kan het leiden tot een groeiachterstand. Ook is de kans op een miskraam of op een laag geboortegewicht (dysmatuur) groter.
Het advies van het Voedingscentrum is om niet meer dan 300 mg cafeïne op een dag te gebruiken. Dat staat ongeveer gelijk aan 3 koppen koffie. Let erop dat cafeïne niet alleen in koffie zit, maar ook in gewone thee en cola. Voor moeders die borstvoeding geven geldt hetzelfde advies.
Candida is eigenlijk een verzamelnaam voor schimmels die een schimmelinfectie kunnen veroorzaken. In de zwangerschap kun je als vrouw last krijgen van een zogenaamde vaginale schimmelinfectie. Tijdens de borstvoeding kan candida spruw veroorzaken. Candida is te behandelen met antischimmelmedicatie en daarnaast is extra hygiëne belangrijk.
Het carpale-tunnelsyndroom kan tijdens je zwangerschap optreden als je last hebt van het vasthouden van vocht. Als je handen gezwollen zijn door het vocht, kunnen hierdoor de zenuwen naar je hand en vingers bekneld raken.
Dit veroorzaakt een tintelend, soms pijnlijk gevoel en het kan ook leiden tot krachtverlies in je handen. Soms kun je ook ‘slapende’ handen hebben, waarbij je geen gevoel meer in je handen hebt. Met je armen omhoog gaan zitten en ze bewegen, laat het gevoel weer terugkomen. Ook in je voeten kun je hier last van hebben.
Het woord cervix komt uit het Latijn en is de medische benaming voor de baarmoederhals.
Het menselijk lichaam bestaat uit miljarden cellen. In de kern van deze cellen zitten de chromosomen. De chromosomen zijn de dragers van ons erfelijkheidsmateriaal. De chromosomen bevatten genen. Op de genen zit alle genetische informatie die nodig is voor het ontwikkelen, in stand houden en voortplanten van een individu.
Chromosomen zijn voor te stellen als lange, dunne, opgevouwen strengen. Deze bestaan uit een stof die chromatine wordt genoemd. Chromatine is een combinatie van DNA (desoxyribonucleïnezuur) en een aantal eiwitten. Deze eiwitten spelen een rol bij het opvouwen van de lange strengen DNA.
Elke lichaamscel heeft gewoonlijk 23 paar chromosomen. Een chromosomenpaar bestaat uit twee dezelfde chromosomen. In totaal heeft iedere lichaamscel dus 46 chromosomen.
In de eicel en zaadcel (voortplantingscellen) zitten 23 chromosomen. Tijdens de bevruchting komen er 23 chromosomen van de eicel van de moeder en 23 chromosomen vanuit de zaadcel van de vader bij elkaar. Zo ontstaat er weer een cel met 46 chromosomen. Een vrouw heeft twee X- chromosomen, één van haar vader en één van haar moeder. Een man heeft een X- chromosoom afkomstig van zijn moeder, en een Y- chromosoom afkomstig van zijn vader.
Karyogram
Chromosomen zijn zo dun dat we ze zelfs met de microscoop niet kunnen zien. Alleen wanneer de cel zich gaat delen, zijn ze zichtbaar onder de microscoop. Dat komt omdat de chromosomen zich dan opvouwen en verdikken. Onder de microscoop kunnen chromosomen geordend worden op grootte en vorm. Dan ontstaat een chromosomenkaart of karyogram. Een karyogram is een overzichtelijk plaatje van de chromosomen. Daarop is te zien of er te veel of te weinig chromosomen zijn. Of dat er chromosomen zijn die qua vorm en grootte afwijken. Afwijkingen aan de chromosomen kunnen aandoeningen veroorzaken.
Op dit karyogram van een (gezonde) man is te zien dat elk chromosoom er anders uit ziet. Het 23e paar (de geslachtschromosomen) bestaat bij de man uit een groot X- en een klein Y-chromosoom.
BRON: Op erfelijkheid.nl vind je betrouwbare informatie over erfelijkheid, erfelijke aandoeningen en genetisch onderzoek. www.erfelijkheid.nl
Colostrum is de eerste melk die uit je borsten komt en is dus de eerste melk die je baby uit je borst drinkt na de geboorte. Het is geel van kleur en het bevat veel afweerstoffen die je baby beschermen tegen ziektekiemen. Colostrum werkt ook stimulerend op de spijsvertering, waardoor de ontlasting van je kindje goed op gang komt na de bevalling.
Dit is belangrijk om de afvalstoffen uit te scheiden die je kindje tijdens de zwangerschap in zijn lichaam heeft verzameld. Een paar dagen na de bevalling verandert de melk uit je borsten van kleur en substantie en het colostrum maakt dan plaats voor gewone moedermelk.
Bij een CTG-onderzoek worden met een CTG-apparaat, voluit cardiotocograaf genoemd, de hartslag van de baby en de weeënactiviteit van de zwangere gemeten. Het hartritme zegt iets over de conditie van de baby. Met dit onderzoek kan ook worden gekeken naar hoe het ongeboren kind reageert op een wee/ harde buik.
Moeder en kind hebben geen last van dit onderzoek.
Diastase houdt in het uiteenwijken van de rechte buikwandspieren. Als je baarmoeder tijdens de zwangerschap groeit, dan wijken de rechte buikspieren uiteen. Het is alsof er een opening tussen je spieren zit. In de loop van je zwangerschap is het beter om geen buikspieroefeningen meer te doen, want dit kan juist negatief werken: de opening tussen de spieren kan groter worden en dit kan de buikwand blijvend verzwakken. Bij veel gewichtstoename tijdens de zwangerschap of bij een tweelingzwangerschap is er meer kans op diastase. Een lichte vorm ervan herstelt meestal vanzelf of met wat oefeningen na de zwangerschap. In wat ernstiger gevallen herstellen de spieren zich of deels of helemaal niet meer. In het laatste geval is er een operatie nodig om de spieren te herstellen.
DNA is de afkorting van het Engelse Desoxyribo Nucleic Acid, in het Nederlands desoxyribo-nucleïnezuur. Het DNA bevat de code waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd.
In 1953 ontdekten de onderzoekers James Watson en Francis Crick dat het DNA de vorm heeft van een spiraalvormige draad die samen met een andere DNA-draad een dubbele helix vormt. De vorm van de DNA-helix is dus een soort wenteltrap.
De zijkanten van deze trap bestaan uit een suiker (desoxyribose) en een zuur (fosforzuur). De treden worden gevormd door de basen: er zijn steeds twee basen met elkaar verbonden die samen een trede van de trap vormen. Basen zijn chemische stoffen.
Het DNA bevat vier verschillende basen: adenine (A), thymine (T), cytosine (C) en guanine (G). Adenine koppelt altijd aan thymine en cytosine altijd aan guanine. Wanneer de volgorde van de ene streng bekend is, kunnen we dus afleiden wat de volgorde van de andere streng zal zijn. Met andere woorden, de strengen vullen elkaar aan. De basen volgen elkaar op in één lange draad, met steeds een andere volgorde. Deze lange reeks van basen bevat de code voor onze erfelijke eigenschappen. Deze code is bij elk mens anders.
De celkern is het onderdeel van de cel dat alles regelt. Hierin bevindt zich het DNA. Als de DNA-strengen uit één celkern achter elkaar gelegd zouden worden, ontstaat een draad van twee meter. Een celkern is daarvoor te klein, want een gemiddelde cel heeft een diameter van ongeveer vijftien miljoenste meter. Daarom zijn de draden rondom eiwitbolletjes gewonden. Op deze manier ontstaat de structuur die we chromatinedraad (chromatine) noemen. Deze chromatinedraad is weer opgevouwen tot een chromosoom.
BRON: Op erfelijkheid.nl vind je betrouwbare informatie over erfelijkheid, erfelijke aandoeningen en genetisch onderzoek. www.erfelijkheid.nl
Vanaf ongeveer 12 weken zwangerschap kun je het hartje van je ongeboren kindje horen met een doptone. Een doptone maakt gebruik van geluidstrillingen. Het apparaat zendt geluidsgolven door je buik. Deze geluidsgolven worden weerkaatst door de hartkleppen van het hartje van je baby en het apparaat versterkt dit geluid zodat het goed te horen is. Vanaf ongeveer 26 weken zwangerschap is het hartje van je baby ook te beluisteren met een houten toeter.
Bij zwangere vrouwen komt duizeligheid regelmatig voor. Er zijn verschillende oorzaken voor. Door het hormoon progesteron verslappen je vaten en daardoor stroomt het bloed in je lichaam trager. Dit kan zorgen voor het zakken van je bloeddruk bij snel opstaan. Tijdens je zwangerschap kun je sowieso last hebben van een lagere bloeddruk. Bovendien heb je meer kans op bloedarmoede wat ook tot duizeligheid kan leiden. Soms kun je zo plotseling duizelig worden dat je flauwvalt.
Bij een gevoel van duizeligheid kan het helpen om even met je hoofd naar beneden te gaan zitten. Frisse lucht kan ook helpen.
Bij een dwarsligging ligt de baby dwars in de baarmoeder met zijn rug, schouders of heupen naar beneden. Een baby in dwarsligging kan alleen met een keizersnede ter wereld komen. Dwarsligging komt slechts zelden voor. Er is meer kans op een dwarsligging als een vrouw al meerdere kinderen heeft gedragen of als de baby klein is. Er is dan namelijk meer ruimte in de baarmoeder om dwars te gaan liggen. Bij een meerlingenzwangerschap kan er ook eentje dwarsliggen. Als een baby dwarsligt, kan er met een uitwendige draaiing worden geprobeerd hem in lengterichting te draaien. Mocht dit niet lukken, dan wordt het dus een geboorte via een keizersnede.
Als een baby dysmatuur is, betekent dit dat zijn geboortegewicht te laag is in verhouding tot de zwangerschapsduur. Een te laag geboortegewicht kan komen doordat er sprake is van een vroeggeboorte, maar dat hoeft niet. Oorzaken kunnen onder andere zijn een zwangerschapsvergiftiging of stress of ondervoeding bij de moeder. Ook het gebruik van alcohol, roken en medicijnen door de moeder kan het te lage geboortegewicht veroorzaken.
Echo staat voor echoscopie en is een onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven. De terugkaatsing van het geluid wordt in beeld omgezet en zorgt ervoor dat je de omtrek van je baby kunt zien. Tijdens je zwangerschap kun je te maken krijgen met verschillende echo’s. De bekendste zijn de termijnecho, de echo voor de nekplooimeting en de twintigwekenecho. Als er een indicatie voor is, worden er nog meer echo’s gemaakt tijdens je zwangerschap. Is er geen indicatie voor een extra echo, maar wil je wel graag je kindje nog eens bekijken op een echo, dan kun je tegen betaling een pretecho laten maken. Vaak wordt dit door speciale bureaus gedaan
Eclampsie is een ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging. Het kan voortkomen uit een te laat vastgestelde zwangerschapsvergiftiging of het kan ontstaan als de behandeling daarvan niet aanslaat.
De symptomen bij eclampsie zijn hetzelfde als bij zwangerschapsvergiftiging, maar dan ernstiger. Naast symptomen als hoofdpijn, vochtophoping en tintelende handen, kun je ook last krijgen van stuipen. Dit laatste is ook erg gevaarlijk voor je baby.
Eclampsie wordt veroorzaakt door het falen van je nieren en je lever. Voor behandeling zul je in het ziekenhuis worden opgenomen. Overigens kun je ook nog een korte periode na de bevalling last hebben of krijgen van eclampsie.
Ovulatie is een ander woord voor eisprong. Bij je ovulatie komt er een eitje vrij uit een van je eierstokken. Dit gebeurt ongeveer twee weken voordat je ongesteld wordt. Om zwanger te worden, moet dit eitje binnen 24 uur na de eisprong bevrucht zijn. Sommige vrouwen kunnen hun eisprong voelen. Ze hebben dan een lichte kramp in hun buik. De dagen rondom je ovulatie worden je vruchtbare dagen genoemd.
Als je in die periode vrijt, dan bestaat de kans dat je zwanger raakt. Om je vruchtbare dagen te kunnen bepalen, kun je een ovulatietest kopen. Deze test meet de aanwezigheid van bepaalde hormonen in je urine, die wijzen op je vruchtbare periode.
Endorfine is een hormoon dat je lichaam aanmaakt als het pijn heeft en het heeft een pijnstillend effect. Het is als het ware een natuurlijke pijnstiller die de scherpe kantjes van de pijn afhaalt. Tijdens de bevalling maakt je lichaam ook endorfine aan.
Erkennen houdt in dat de vader, als hij niet is getrouwd met de moeder, aangeeft dat hij officieel de vader van het kind is. Het kindje kan dan de achternaam van de vader krijgen. Het erkennen van je kind houdt vooral in dat je bepaalde plichten hebt tegenover je kind. Dit is bijvoorbeeld van belang als de vader en moeder uit elkaar zouden gaan. Erkennen betekent niet dat je automatisch bepaalde rechten hebt met betrekking tot je kind. Daarvoor is gezamenlijke voogdij nodig. Dit kun je tijdens de zwangerschap aanvragen bij de burgerlijke stand.
Foliumzuur verkleint de kans op een baby met specifiek aangeboren afwijkingen zoals een open ruggetje, open schedel of een zogenaamde hazenlip. Het is verstandig om te beginnen met het innemen van extra foliumzuur voordat je zwanger bent. Een maand eerder beginnen, is genoeg. Als je eenmaal zwanger bent, dan is het goed om foliumzuur te blijven gebruiken, in ieder geval tot en met de tiende week.
Je kunt het ook de hele zwangerschap blijven innemen. Foliumzuur is verkrijgbaar zonder recept. Als er aanwijzingen zijn voor een verhoogd risico op de genoemde afwijkingen, dan kun je ook een zwaarder soort foliumzuur gebruiken. Dit is alleen met een recept te krijgen.
Het hoofdje van je kindje heeft twee zachte plekken, de zogenaamde fontanellen. Een plek zit boven op het hoofd en de andere plek zit aan de achterkant. Op deze plekken zijn de schedelbeenderen nog niet volledig naar elkaar toegegroeid.
Het voordeel van deze openingen in de harde schedel is dat de omvang van het hoofdje van je baby tijdens de bevalling zich wat kan aanpassen. Daarnaast kunnen de hersenen van je kindje nog groeien in het eerste jaar. Pas na twee jaar zijn de fontanellen volledig gesloten. Ouders zijn soms bang dat je door de fontanellen heen kunt prikken. Dit is niet mogelijk, maar het is ook niet goed om hard te drukken op die plekken.
Fundus is een woord uit het Latijn en het is de medische benaming voor de bovenkant van de baarmoeder. Bij elke zwangerschapscontrole wordt de afstand tussen je schaambeen en de bovenkant van je baarmoeder gemeten, want dit zegt iets over de voortgang van de zwangerschap.
Genen spelen de hoofdrol in de erfelijkheid. Zij bevatten de informatie voor alle erfelijke eigenschappen. Een gen is een stukje van het DNA dat de code bevat voor de productie van een bepaald eiwit. Genen liggen verspreid op de chromosomen.
Genen bepalen al onze eigenschappen, bijvoorbeeld de kleur van ons haar en onze ogen. Verder zorgen de genen ervoor dat bepaalde eigenschappen overerven. Ze spelen ook een rol bij de aanleg voor bepaalde aandoeningen.
Elk gen bevat de code voor een reeks aminozuren. Aminozuren vormen samen weer een eiwit. Elk gen bevat dus de informatie om één van de vele eiwitten te vormen, waaruit ons lichaam is opgebouwd. Eiwitten zijn de bouwstenen van ons lichaam. Ze zijn essentieel voor een lichaamscel. Zij zorgen voor de stevigheid van een cel, bepalen of de cel een zenuwcel, spiercel, haarcel wordt, of een andere taak krijgt. Sommige eiwitten zijn enzymen die helpen bij het omzetten van de ene in de andere stof. Eiwitten vormen de basis voor het functioneren van ons lichaam.
Eiwitten zijn dus de bouwstenen van ons lichaam, en aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. De eigenschappen van het eiwit worden bepaald door de volgorde van de verschillende aminozuren.
BRON: Op erfelijkheid.nl vind je betrouwbare informatie over erfelijkheid, erfelijke aandoeningen en genetisch onderzoek. www.erfelijkheid.nl
Gewicht tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap kom je gemiddeld 12 kilo aan. In dit overzicht zie je waar die kilo’s in gaan zitten.
Baby – 3500 gram
Vruchtwater- 800 gram
Placenta en vliezen – 750 gram
Extra bloed moeder – 1450 gram
Borsten – 400 gram
Baarmoeder- 1000 gram
Opslag extra vet – 2100 gram
Extra vocht – 2000 gram
Totaal 12 kilo
In je zwangerschap kan je haar sneller groeien en je haardos kan ook voller zijn. Je huid is namelijk beter doorbloed en daardoor zijn de haarzakjes actiever. Dit geldt niet alleen voor het haar op je hoofd maar voor alle haren op je lichaam. Mogelijk spelen ook groeihormonen een rol; je nagels groeien ook sneller tijdens je zwangerschap.
Veel vrouwen hebben in de periode na de zwangerschap last van haaruitval. Sommigen hebben er ook tijdens de zwangerschap last van, in tegenstelling tot de meesten die juist een vollere haardos krijgen en minder haaruitval dan buiten die negen maanden.
Vaak begint de haaruitval een paar maanden na de bevalling en duurt het ook zeker een paar maanden. Bij de een is er sprake van iets meer haaruitval dan normaal, bij de ander valt het flink uit en kunnen er zelfs kale plekken ontstaan. Hoe vervelend het ook is, meestal herstelt de balans zich na een tijdje vanzelf.
Een harde buik is het samentrekken van je baarmoeder. Een harde buik doet geen pijn, maar kan wel vervelend aanvoelen. Als een harde buik wel pijn doet, regelmatig voorkomt of gepaard gaat met vochtverlies of bloedverlies, dan moet je de verloskundige waarschuwen. Een harde buik is dus in principe een onschuldig verschijnsel. Het kan ontstaan door bewegingen van je baby, in een periode waarin je baarmoeder snel groeit, door een blaasontsteking of tijdens of na het vrijen.
Heb je vaak last van harde buiken, ook eerder in de zwangerschap, dan kan dat ook een teken van je lichaam zijn dat je het wat rustiger aan moet doen. In de laatste weken voor de bevalling komen harde buiken wat vaker voor. Dat is omdat de baarmoeder op die manier oefent voor de echte bevalling. Vaak helpt warmte, bijvoorbeeld een warme douche of kruik, om je buik te laten ontspannen.
Een ernstige vorm van zwangerschapsvergiftiging is het HELLP-syndroom.
De symptomen zijn in beide gevallen hetzelfde, maar bij HELLP zijn ze veel sterker. Je hebt dan last van onder andere hoge bloeddruk, het vasthouden van vocht en eiwitverlies.
Ook kun je last hebben van misselijkheid, tintelingen en pijn in je buik of rug. HELLP kan aan het eind van de zwangerschap optreden, bij de bevalling of tot nog een paar dagen na de bevalling. Het kan pas genezen als de baby geboren wordt. Daarom wordt de zwangerschap als je HELLP hebt, vaak beëindigd of wordt de bevalling ingeleid.
Bij de meeste vrouwen daalt de bloeddruk tijdens de zwangerschap, maar bij ongeveer 15% van de zwangeren stijgt deze juist. Bij elke zwangerschapscontrole wordt je bloeddruk gemeten. Van een hoge bloeddruk is sprake als de onderdruk boven de 90 is. Een hoge bloeddruk kan gevaarlijk zijn omdat bepaalde organen van de zwangere dan minder goed kunnen werken of omdat de baby een groeiachterstand kan oplopen.
In eerste instantie zul je met een hoge bloeddruk rust moeten houden, eventueel gecombineerd met bloeddrukverlagende medicijnen. Als dit niet helpt, kan een ziekenhuisopname volgen om jou en je baby goed in de gaten te kunnen houden. Hoge bloeddruk kan namelijk ook duiden op zwangerschapsvergiftiging of in ergere gevallen op eclampsie of het HELLP-syndroom.
Loop je tegen het einde van je zwangerschap en daalt je bloeddruk niet, dan kan er worden besloten om de bevalling in te leiden. Dit om het erger worden van de klachten en mogelijke ernstige gevolgen daarvan te voorkomen.
Homeopathie valt onder de alternatieve geneeswijzen en maakt gebruik van middelen op basis van plantaardige, dierlijke of minerale bestanddelen.
Homeopathische middelen kunnen tijdens de zwangerschap uitkomst bieden als je last hebt van bepaalde kwaaltjes, omdat je deze middelen vaak wel mag nemen in tegenstelling tot ‘gewone’ medicijnen. Overleg wel met je huisarts of verloskundige voordat je je wendt tot homeopathische middelen, want niet alle middelen zijn geschikt voor gebruik tijdens de zwangerschap.
Wat is indalen?
Indalen houdt in dat je baby wat meer in je bekken zakt. Dit kan in de laatste paar maanden van je zwangerschap gebeuren. Het moment waarop je baby indaalt, zegt niets over wanneer hij geboren gaat worden. Er zijn ook baby’s die helemaal niet indalen tot aan de geboorte.
Het indalen van je baby heeft als voordeel dat hij in principe niet meer in een andere positie zal draaien en dat je zelf weer wat meer lucht hebt omdat de baby niet meer zo hoog in je lijf zit.
Nadeel is dat je lopen misschien als lastiger ervaart, omdat de baby onderin tegen je gewrichten en spieren drukt. Ook kan het indalen zelf pijnlijk zijn; je kunt last hebben van zogenaamde indalingsweeën.
Bij het indalen van je baby in je bekken, kun je last hebben van indalingsweeën. Deze weeën kunnen een pijnlijk en trekkend gevoel geven onder in je buik. Indalingsweeën duren vaak maar kort. Je voelt ze vooral als je zwanger bent van je eerste kindje. Bij een volgende zwangerschap daalt de baby vaak pas tijdens de bevalling in.
Indalen houdt in dat je baby wat meer in je bekken zakt. Dit kan in de laatste paar maanden van je zwangerschap gebeuren. Het moment waarop je baby indaalt, zegt niets over wanneer hij geboren gaat worden. Er zijn ook baby’s die helemaal niet indalen tot aan de geboorte.
Het indalen van je baby heeft als voordeel dat hij in principe niet meer in een andere positie zal draaien en dat je zelf weer wat meer lucht hebt omdat de baby niet meer zo hoog in je lijf zit.
Nadeel is dat je lopen misschien als lastiger ervaart, omdat de baby onderin tegen je gewrichten en spieren drukt. Ook kan het indalen zelf pijnlijk zijn; je kunt last hebben van zogenaamde indalingsweeën.
In de loop van de zwangerschap of tegen het einde ervan kun je last krijgen van jeuk. Dit kan jeuk op je buik zijn, maar ook op je hele lichaam. Er kunnen ook pukkeltjes ontstaan. Onder invloed van de hormonen kunnen er bepaalde galstoffen in je bloed terechtkomen. Die stoffen veroorzaken de jeuk. Medicijnen hebben weinig effect tegen deze kwaal. Je kunt wel mentholpoeder op de jeukende plekjes strooien.
Als je last hebt van extreme jeuk, dan zou je ook kunnen lijden aan een van de paar zeldzame huidaandoeningen waarvan je last kunt hebben in de zwangerschap. Raadpleeg bij extreme jeuk je huisarts of verloskundige.
Bij een keizersnede wordt je baby niet via je vagina geboren maar via je buik met een buikoperatie. Een keizersnede kan van tevoren al vaststaan, bijvoorbeeld omdat het kind een ligging heeft die bevallen op een natuurlijke manier onmogelijk maakt. De reden voor een keizersnede kan ook tijdens de bevalling zelf ontstaan door het optreden van complicaties.
Bij een keizersnede word je in de meeste gevallen verdoofd met een ruggenprik, waarbij alleen je onderlichaam wordt verdoofd. Op die manier kun je dus wel de geboorte van je kind meemaken. Het herstel na een keizersnede duurt ongeveer zes weken. Je zult de eerste dagen na de bevalling ook in het ziekenhuis moeten blijven voor herstel.
Voor een keizersnede kan onder andere worden gekozen bij een ongunstige ligging van je baby zoals een dwarsligging, bij een meerlingenzwangerschap, als je bekken te smal is waardoor er geen kind doorheen past en bij een voorliggende placenta. Als je bij een eerste bevalling een keizersnede hebt gehad, dan betekent dit niet automatisch dat elke volgende bevalling ook via een keizersnede moet plaatsvinden.
Tijdens de bevalling kan er een knip worden gezet. Het doel daarvan is om het geboortekanaal groter te maken. Als je wordt ingeknipt, dan wordt er een knip gezet vanaf de rand van je vagina naar buiten, naar de zijkant toe. Een knip wordt nooit zonder reden gezet.
Redenen voor het inknippen zijn bijvoorbeeld dat het hoofd van je baby te groot is om de opening van je vagina te passeren, dat er grote kans is dat je anders uitscheurt of dat de baby snel geboren moet worden omdat hij het bijvoorbeeld benauwd heeft. Bij een kunstverlossing heb je een grotere kans op een knip. Een knip kan onder verdoving worden gedaan, maar meestal is dit niet nodig. De knip wordt tijdens een wee gezet en vaak voel je meer pijn van de wee dan van de knip.
Nadat je bent bevallen, heb je recht op kraamzorg. In principe heb je recht op ongeveer acht dagen zorg, maar het hangt ook af van je verzekering en of je in het ziekenhuis bent bevallen. Als je thuis bevalt, dan is de kraamverzorgende ook bij de geboorte aanwezig. De kraamhulp is er voor jou en je baby.
Ze controleert onder andere jouw herstel en de opstart van de baby; drinkt, groeit, plast en poept hij goed? Ze leert je alles over de verzorging van je baby en over borstvoeding en/of flesvoeding. Daarnaast zorgt ze voor een schone slaapkamer, badkamer en babykamer en kan ze helpen bij de verzorging van oudere kinderen en met dingen rond de kraamvisite.
Voor kraamzorg moet je je op tijd melden bij je verzekering en een kraamzorgbureau, bij voorkeur voordat je vier maanden zwanger bent.
Tijdens de zwangerschap kun je last krijgen van kramp. Dit wordt veroorzaakt door een slechtere doorbloeding. Kramp komt meestal voor in je kuiten en het overvalt je vaak ’s nachts.
Een kruinligging houdt in dat de baby in ingedaalde positie met zijn kruin naar beneden ligt in plaats van met zijn achterhoofd zoals bij de achterhoofdsligging. Bij een kruinligging krijg je vaak een keizersnede.
Een lactatiekundige begeleidt moeders die borstvoeding willen geven. Daarvoor is de lactatiekundige ook speciaal opgeleid. Je kunt ondersteuning vragen bij bijvoorbeeld aanlegproblemen, pijnklachten, relacteren, borstontsteking en spruw.
Op het lichaam van je baby kan een laagje donsachtig fijn haar voorkomen, dat lanugo wordt genoemd. Waarom dit op het huidje zit, is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk helpt het laagje donshaar de baby om zijn lichaamstemperatuur op peil te houden. Tijdens de laatste periode in je buik gaat al een deel van het haar van het babyhuidje af. In de eerste weken na de geboorte wordt het nog aanwezige lanugohaar vervangen door nieuw haar.
Lijnen tijdens de zwangerschap is niet goed voor je baby. Als je namelijk je eigen vetreserves moet aanspreken, dan komen daarbij schadelijke stoffen vrij die in het vetweefsel zijn opgeslagen. Die stoffen komen terecht in je bloedbaan en via jouw bloed komen ze ook bij de baby.
Je hebt kans dat je kindje niet goed genoeg groeit en dat hij neurologisch minder goed ontwikkelt. Als je vindt dat je te veel aankomt tijdens je zwangerschap, let dan goed op wat je binnenkrijgt en wat je aan beweging hebt. Met lijnen kun je het beste pas beginnen als je bent gestopt met het geven van borstvoeding.
Veel vrouwen hebben tijdens de zwangerschap last van brandend maagzuur. Net als andere spieren in je lijf, verslapt ook de maagkringspier als gevolg van de hormonen. De maag wordt dan niet meer goed afgesloten waardoor er maagzuur je slokdarm in kan lopen.
Dit zorgt voor een brandend gevoel. Ook het feit dat je baby steeds groter wordt en het dus steeds krapper wordt in je buik, speelt mee. Vaak verminderen de klachten als je kindje indaalt. Brandend maagzuur is heel vervelend, maar kan verder geen kwaad. Het kan soms al helpen als je je aan bepaalde leefregels houdt, zoals niet te vet of gekruid eten en geen koffie en koolzuurhoudende dranken nemen. Als je last hebt van maagzuur, kan het helpen om een klein beetje te eten. Dit eten houdt het maagzuur in de maag vast.
Neem bijvoorbeeld een stukje brood. Zuivelproducten werken ook wel goed als blusmateriaal. Werkt dit niet, dan kun je ook bij de apotheek of drogist middeltjes tegen maagzuur krijgen. Deze middelen kunnen tijdens de zwangerschap geen kwaad, maar overleg altijd eerst met je huisarts of verloskundige.
Meconium is de allereerste ontlasting van je kindje na de geboorte. Het is plakkerig en taai en heeft een donkergroene tot zwarte kleur. Het kan gebeuren dat je baby al wat meconium in het vruchtwater poept. Dit zie je aan de kleur van het vruchtwater. Probeer dan ook als je vliezen breken om wat vruchtwater op te vangen.
Dan kan de verloskundige naar de kleur kijken. Als blijkt dat je kindje in het vruchtwater heeft gepoept, dan wordt je in principe doorgestuurd naar het ziekenhuis om daar te bevallen. Het kan namelijk dat je baby met een reden heeft gepoept, bijvoorbeeld door stress of benauwdheid. Daarom moet je voor de zekerheid in het ziekenhuis bevallen, waar de hartslag van je baby continu in de gaten wordt gehouden en waar bij complicaties onmiddellijk kan worden ingegrepen.
Medicijngebruik tijdens je zwangerschap kan schadelijk zijn voor je ongeboren kindje. Vooral in de eerste drie maanden waarin alle organen worden aangelegd. Medicijngebruik in die periode zou tot aangeboren afwijkingen kunnen leiden. Ook al beschermt de placenta je baby tegen invloeden van buitenaf, toch kunnen bepaalde stoffen door die beschermlaag heen bij je kindje komen.
Van veel medicijnen is het bekend of ze wel of niet kwaad kunnen tijdens de zwangerschap. Als een arts je medicijnen wil voorschrijven, vermeld dan altijd dat je zwanger bent. Ga in ieder geval nooit zonder overleg met je huisarts of verloskundige medicijnen gebruiken die je zonder recept kunt krijgen.
Een medische indicatie tijdens je zwangerschap houdt in dat er sprake is van een verhoogd risico of dat er complicaties zijn, waardoor de verloskundige de zwangerschapsbegeleiding overdraagt aan de gynaecoloog. Als de medische indicatie blijft tot aan de bevalling, blijf je onder controle van het ziekenhuis en zul je ook daar bevallen.
Een medische indicatie kan na een tijdje ook weer verdwijnen; in dat geval kom je weer bij de verloskundige onder controle. Voorbeelden van een medische indicatie tijdens de zwangerschap zijn te hoge bloeddruk, ongunstige ligging van de baby zoals een stuitligging of dwarsligging en problemen bij een eerdere zwangerschap of bevalling.
Een medische indicatie kan ook tijdens de bevalling zelf ontstaan, bijvoorbeeld als er meconium in het vruchtwater zit, als de conditie van de baby niet helemaal goed is of als je tijdens de bevalling heel veel bloed verliest.
Een miskraam houdt in dat je je ongeboren niet-levensvatbare kindje verliest. Bij een miskraam in de eerste vier maanden spreekt men van een vroege miskraam. Daarna is er sprake van een late miskraam of doodgeboorte. De kans op een miskraam neemt na de eerste vier maanden flink af.
Oorzaak van een miskraam is meestal een zogenaamde aanlegstoornis. Het vruchtje heeft zich niet goed ontwikkeld; er is bijvoorbeeld iets verkeerd gegaan bij de celdeling. Een miskraam is eigenlijk een heel natuurlijke manier van je lichaam om te zeggen dat er iets niet in orde was. Je kunt een miskraam niet voorkomen, je kunt alleen proberen zo gezond mogelijk te leven om het risico te verkleinen.
Bloedverlies of hevige buikpijn kan een voorteken zijn van een miskraam, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Als je twijfelt of je zorgen maakt, kun je altijd contact opnemen met je verloskundige.
In principe kun je na een miskraam gewoon weer zwanger worden. Het kan wel goed zijn om een paar maanden te wachten om je lichaam even rust te gunnen. De zwangerschapshormonen zijn na een miskraam namelijk niet direct uit je lichaam verdwenen. Bovendien moet je vaak ook geestelijk het verlies verwerken.
Vooral tijdens de eerste drie maanden van je zwangerschap kun je last hebben van misselijkheid en braken. Het is een veelvoorkomende en erg vervelende zwangerschapskwaal, maar het kan in principe geen kwaad voor jou en je baby. De oorzaak van zwangerschapsmisselijkheid is niet precies bekend, maar waarschijnlijk speelt het hormoon hCG een belangrijke rol.
Na ongeveer drie maanden neemt dit hormoon flink af, waardoor de misselijkheid weer wegtrekt. Er zijn echter ook vrouwen die hun hele zwangerschap misselijk blijven. De mate van misselijkheid kan per zwangere sterk verschillen. De ene heeft er alleen in de ochtend last van, de andere de hele dag; bij de ene helpt het al genoeg om voor het opstaan een kaakje te nemen, de andere wordt al misselijk bij de gedachte aan eten.
Drukte en vermoeidheid kunnen de misselijkheid verergeren. Er zijn ook vrouwen die last hebben van extreme misselijkheid. Zij kunnen niets binnenhouden en lopen het risico op uitdroging. In deze gevallen heeft je kindje vaak nergens last van, wat voor veel vrouwen in die positie een geruststellende gedachte is. Heb je last van extreme misselijkheid, dan kan de huisarts of gynaecoloog medicijnen voorschrijven.
Moxatherapie is een onderdeel van de Oosterse geneeskunde en wordt vaak samen met acupunctuur gebruikt. Moxatherapie kan in de zwangerschap helpen bij vrouwen met een baby in stuitligging.
De kans dat een baby in stuitligging nog spontaan draait tussen de 33ste en 36ste week wordt met moxa anderhalf keer zo groot als wanneer je niets doet. Je leert de behandeling in principe tijdens een consult bij een acupuncturist en vervolgens zet je de behandeling thuis voort met behulp van je partner.
De nageboorte is de fase waarin de placenta en de vliezen geboren worden. Vaak voel je nog een paar weeën, de zogenaamde naweeën. Die weeën zorgen ervoor dat je baarmoeder samentrekt en kleiner wordt en dat de placenta los komt te liggen. Soms moet je nog een beetje meepersen voor de nageboorte.
De placenta wordt goed bekeken, want deze moet in zijn geheel uit de baarmoeder zijn gekomen. Achtergebleven stukjes kunnen ontstekingen of nabloedingen veroorzaken. Als de placenta er na ongeveer een uur nog niet uit is of als er een stukje is achtergebleven in de baarmoeder, dan moet dit in het ziekenhuis operatief worden verwijderd.
Via de navelstreng is de baby in je buik met jou verbonden. De navelstreng voorziet je baby van voedsel en zuurstof. Er lopen twee slagaders en een ader door de navelstreng. Zuurstofrijk bloed gaat door de ader van je placenta naar je kindje en zuurstofarm bloed wordt weer afgevoerd naar je placenta via de slagaders. De navelstreng is tussen een halve en hele meter en is dik, stug en rubberachtig. Je baby kan erin knijpen zonder dat dit kwaad kan.
Door de stugheid kan de navelstreng niet snel worden afgekneld, zelfs niet als er een knoop in komt. Na de geboorte blijft de navelstreng nog even zijn werk doen als zuurstofvoorziening tot je kindje voor het eerst ademhaalt en daarmee zijn eigen bloedcirculatie opstart. Als de navelstreng niet meer werkt, kan hij worden doorgeknipt. Dit is een bijzonder moment, want het betekent het einde van de fysieke verbondenheid tussen moeder en kind.
Naweeën zorgen ervoor dat je baarmoeder na de bevalling weer zijn normale grootte krijgt, waarmee het bloedverlies na de bevalling wordt beperkt. Bovendien worden bloedresten op die manier naar buiten gewerkt. Naweeën kunnen bij een volgende zwangerschap sterker zijn dan bij de eerste keer.
Een volle blaas kan de pijn bij naweeën verergeren, dus ga regelmatig naar de wc. Als je er veel pijn door hebt, dan mag je paracetamol nemen. Tijdens het geven van borstvoeding trekt je baarmoeder samen, waardoor hij sneller krimpt. Borstvoeding bevordert op die manier het herstel van de baarmoeder.
De nekplooimeting is onderdeel van de combinatietest. Dit onderzoek kan tussen week 9 en 14 van je zwangerschap worden uitgevoerd. Met een echo wordt de nekplooi van je kindje opgemeten. Dit in combinatie met bloedonderzoek wordt gebruikt om de kans in te schatten dat je kindje het syndroom van Down heeft.
Bij Down-kinderen is de nekplooi vaak wat dikker dan gemiddeld. Een dikkere nekplooi bewijst echter niet automatisch de aanwezigheid van het syndroom. Een verdikte nekplooi kan ook duiden op andere afwijkingen.
De nekplooimeting wordt vooral gebruikt als selectiemethode: is er een verhoogde kans geschat op een afwijking, dan zal er verder onderzoek worden aangeboden, zoals een
vruchtwaterpunctie of vlokkentest.
Een oefenwee is als een harde buik. Ook de indalingsweeën zijn een soort oefenweeën. Oefenweeën worden ook wel voorweeën genoemd. De baarmoeder oefent vast de spieren voor het latere echte werk. Een oefenwee komt onregelmatig en doet niet tot nauwelijks pijn. Het kan geen kwaad voor jou of je kindje.
Tijdens de ontsluitingsfase gebeuren er verschillende dingen. De baarmoedermond wordt weker en verstrijkt en de baarmoeder gaat open. Naarmate deze fase vordert, worden de weeën vaak sterker en volgen ze sneller op elkaar. De ontsluitingsfase duurt totdat je volledige ontsluiting hebt, dat wil zeggen 10 centimeter.
Daarna gaat deze fase over in de uitdrijvingsfase. Hoe lang de ontsluitingsfase duurt, verschilt per zwangerschap en per zwangere. Gemiddeld gaat men uit van tussen de 8 en 24 uur bij je eerste kind en tussen de 2 en 10 uur bij een volgend kind. Sommige zwangeren zijn veel vlotter, bij anderen duurt het weer langer.
Bij een onvolkomen stuitligging ligt je kindje met zijn billen naar beneden en met zijn benen helemaal gestrekt langs zijn lichaam omhoog. Zijn tenen zijn dan op gezichtshoogte. Je kunt bij deze vorm van stuitligging op een natuurlijke manier bevallen. Je baby moet wel vlot worden geboren, want anders heeft hij kans op ademnood. De bevalling zal altijd in het ziekenhuis moeten plaatsvinden en de gynaecoloog kan ook voor een keizersnede kiezen als de bevalling niet snel genoeg verloopt.
Een open ruggetje, officieel spina bifida genaamd, is een aangeboren afwijking. Er is sprake van een ontwikkelingsstoornis van het ruggenmerg en de wervelkolom. De ruggenwervels zijn niet goed gesloten rondom het ruggenmerg. Er zijn verschillende vormen van een open ruggetje. Bij de meest voorkomende vorm zit er op de rug een zwelling die met vocht is gevuld en die niet met huid maar met een vlies is bedekt.
Soms ontbreekt zelfs dit vlies en staat het ruggenmerg in open verbinding met de buitenlucht. Dit kan operatief worden dichtgemaakt. Bij een minder ernstige vorm zijn er wel een of meer wervels open, maar zijn deze overdekt met huid. Heeft je kindje een open ruggetje, dan zal hij gehandicapt zijn. In welke mate hij gehandicapt is, hangt af van hoe ernstig de afwijking is. Onderzoek zoals een vruchtwaterpunctie kan hierover geen voorspelling geven.
Als je minimaal een jaar ergens in loondienst bent, dan heb je volgens de wet recht op ouderschapsverlof. Dit verlof kun je opnemen om voor je kind te zorgen tot die de leeftijd van acht jaar heeft bereikt. Je kunt het laten ingaan direct na je zwangerschapsverlof, maar ook later. Het recht op verlof geldt voor moeders en vaders.
Je kunt, als je je aan de gestelde regels houdt en in goed overleg met je werkgever, zelf bepalen hoeveel, wanneer en hoe je verlof opneemt. Het aantal uren verlof per week mag niet meer zijn dan de helft van het aantal uren dat je normaal werkt. Het grote voordeel van ouderschapsverlof is, dat je na het aflopen van de verlofperiode recht hebt op je oorspronkelijke aantal uren. In de meeste gevallen gaat het bij ouderschapsverlof om onbetaald verlof.
Er zijn echter werkgevers die een deel van de uren toch uitbetalen. Ouderschapsverlof is niet alleen in de wet geregeld, maar soms ook in CAO’s. Raadpleeg dus ook altijd je CAO om te kijken of daar afwijkende regels in staan.
Je bent overtijd als je de dag nadat je normaal gesproken ongesteld moet worden, nog niet menstrueert. Als je overtijd bent, kan dit betekenen dat je zwanger bent. Vanaf deze dag kun je dit ook met een zwangerschapstest controleren. Voor die tijd is een test niet betrouwbaar.
Ovulatie is een ander woord voor eisprong. Bij je ovulatie komt er een eitje vrij uit een van je eierstokken. Dit gebeurt ongeveer twee weken voordat je ongesteld wordt. Om zwanger te worden, moet dit eitje binnen 24 uur na de eisprong bevrucht zijn. Sommige vrouwen kunnen hun eisprong voelen.
Ze hebben dan een lichte kramp in hun buik. De dagen rondom je ovulatie worden je vruchtbare dagen genoemd. Als je in die periode vrijt, dan bestaat de kans dat je zwanger raakt. Om je vruchtbare dagen te kunnen bepalen, kun je een ovulatietest kopen. Deze test meet de aanwezigheid van bepaalde hormonen in je urine, die wijzen op je vruchtbare periode.
Oxytocine is een hormoon dat een belangrijke rol speelt bij de bevalling. Bij een natuurlijke bevalling maakt je lichaam zelf oxytocine aan. Dit brengt de weeën op gang. Oxytocine kan ook worden toegediend via bijvoorbeeld een infuus. Dit wordt gedaan als de bevalling moet worden opgewekt. Ook na de bevalling speelt oxytocine nog een rol.
Als je baby borstvoeding krijgt en aan je tepel zuigt, komt er oxytocine vrij. Het hormoon zorgt er dan voor dat de melkklieren samentrekken en de melk naar de tepel wordt geduwd. Door de vrijgekomen oxytocine trekt ook de baarmoeder samen, waardoor deze sneller zijn oude vorm terugkrijgt.
Als je veel bloed dreigt te verliezen vlak na de bevalling, dan kun je worden geïnjecteerd met oxytocine. De baarmoeder trekt daardoor sterk samen, wat hopelijk het bloedverlies vermindert.
Het perineum is het stuk huid tussen je vagina en je anus. Dit stukje huid heeft het tijdens de bevalling zwaar door de spanning die erop staat. Na de bevalling kan het er wat blauw en opgezwollen uitzien. Ook kun je zijn ingescheurd of een knip hebben gekregen in dit gebied. Vanaf een paar weken voor de uitgerekende datum kun je het perineum masseren met een speciale olie. Het idee is dat daardoor de huid beter doorbloed wordt, soepeler wordt en minder snel zal scheuren.
Tijdens de uitdrijvingsfase krijg je te maken met persweeën. Deze weeën helpen om je kindje naar buiten te krijgen. Bij persweeën heb je vaak ook last van persdrang. Deze drang is te vergelijken met het gevoel alsof je ontzettend nodig moet poepen. Persdrang komt aan het eind van de bevalling vaak plotseling opzetten en is niet tegen te houden. Soms moet je de eerste persweeën nog wegzuchten voordat je mee mag persen, omdat je nog geen volledige ontsluiting hebt bereikt.
Ook als de bevalling erg snel gaat en er kans is op uitscheuren, moet je soms even wachten met meepersen op een perswee. Persweeën kunnen erg krachtig zijn, maar de tijd tussen de weeën is vaak wat langer dan tussen de weeën in de ontsluitingsfase. Dit geeft je de tijd om even op kracht te komen voor de volgende perswee en het meepersen.
Pethidine is een pijnstillend middel dat tijdens de bevalling kan worden toegediend. Dit wordt met een injectie gedaan. Pethidine is een morfineachtige stof die de pijnprikkels vermindert. Je wordt er een beetje suffig van. Het nadeel is dat de stof via de placenta ook bij je baby terechtkomt en dat die dus ook suffig wordt.
Ook kun je last hebben van bijwerkingen zoals hoofdpijn en duizeligheid. Laat je goed informeren over de voor- en nadelen en weeg voor jezelf ook goed de voordelen van de pijnvermindering af tegen de nadelen van mogelijke bijwerkingen en risico’s voor jou en je kindje.
De placenta voorziet je baby van voeding en zuurstof tijdens de zwangerschap. De placenta ontwikkelt zich dan ook in de eerste weken. Hij zit vast aan de baarmoederwand. Dat kan op elke plek zijn in je baarmoeder.
Als de placenta voor de uitgang van je baarmoeder ligt, dan kan dat problemen opleveren in je zwangerschap en dit is een reden voor een medische indicatie. Dit komt echter weinig voor. De placenta is met de baby verbonden via de navelstreng. In de placenta zit een vlies dat bepaalde stoffen wel en andere stoffen niet doorlaat.
Daarom zijn bijvoorbeeld sommige medicijnen wel schadelijk omdat ze je kindje kunnen bereiken en andere niet. Behalve dat de placenta je kindje voorziet van voeding en zuurstof, zorgt hij ook voor de productie van belangrijke hormonen in de zwangerschap, zoals HCG, oestrogeen en progesteron.
Portie gemalen of fijngesneden fruit, soms vermengd met gemalen koek, dat als voeding aan baby’s (vanaf 4 maanden) en peuters wordt gegeven. Er bestaan fruithapjes in potjes, maar het is ook goed mogelijk om bijvoorbeeld met behulp van een staafmixer van vers fruit een vergelijkbaar fruithapje te pureren. Door middel van variatie in de selectie van het fruit kan de smaak van het kind worden ontwikkeld.
Kraamtranen, wisselende stemmingen, heftiger emoties, het hoort er allemaal bij na de geboorte van je kindje. Als je deze klachten blijft houden en als ze steeds erger worden, dan heb je misschien last van een postpartum depressie, vroeger wel bekend als een postnatale depressie. Het is vooral heel belangrijk om te erkennen dat het niet goed met je gaat. Dan kun je er namelijk ook wat aan gaan doen.
Praat erover met je verloskundige of huisarts en schaam je er niet voor. Vaak krijg je medicijnen voorgeschreven om de depressie tegen te gaan. Na een paar weken kan het dan al een stuk beter met je gaan. Daarnaast is steun van je partner en je omgeving heel belangrijk, zodat je energie in jezelf kunt steken en ook je rust kunt nemen.
Een pretecho is een echo die niet om medische redenen wordt gemaakt. Tijdens je zwangerschap krijg je standaard een paar echo’s en deze worden ook vergoed. Bij medische indicaties en bij complicaties tijdens de zwangerschap zullen er meer echo’s worden gemaakt. Wil je buiten de standaardecho’s nog een echo, dan kun je een pretecho laten maken.
De kosten daarvoor krijg je niet vergoed van je verzekering. Standaardecho’s zijn in 2D, bij een pretecho kun je ook voor 3D en 4D kiezen. In 4D kun je je kindje echt zien bewegen. Bij een pretecho wordt dus niet gelet op bijvoorbeeld afwijkingen. Mocht de echoscopiste toch wat opvallen tijdens de pretecho, dan zal ze je doorverwijzen naar de verloskundige voor onderzoek.
Prolactine is een hormoon dat de melkproductie stimuleert. Het hormoon wordt al tijdens je zwangerschap aangemaakt. Op die manier heb je al melk in je borsten en kun je dus direct na de geboorte borstvoeding geven. Als je baby aan je borst drinkt, dan worden de zenuwuiteinden in de tepelhof gestimuleerd en dit speelt ook weer een rol bij de aanmaak van prolactine.
Je kunt gewoon op reis als je zwanger bent. Er zijn wel wat dingen waarop je moet letten en waarmee je rekening moet houden. Vliegen in je zwangerschap kan geen kwaad. Het verschilt per vliegmaatschappij tot hoeveel weken zwangerschap je nog mag vliegen. Vaak is tot zeven maanden geen probleem. Soms wil een maatschappij een verklaring van een arts zien waarin staat dat je een ongecompliceerde zwangerschap hebt.
Zorg ervoor dat je genoeg in beweging blijft tijdens de vlucht. Dit geldt ook voor een reis met de auto. Neem voor de zekerheid altijd je mapje met zwangerschapspapieren mee op reis. Mocht er dan ineens iets zijn, dan heb je alle informatie bij je. Stem je reisbestemming en invulling ter plekke af op je zwangerschap. Let ook op het eten en drinken in het buitenland.
Roken tijdens je zwangerschap is slecht voor je kindje. Je baby heeft meer kans op aangeboren afwijkingen, aandoeningen aan de luchtwegen, een laag geboortegewicht en een vroege geboorte. De kans op een miskraam is ook groter.
Stop met roken zodra je weet dat je zwanger bent. Nog beter is het om te stoppen voordat je zwanger bent. Je vruchtbaarheid wordt namelijk ook aangetast door het roken. Dit geldt overigens ook voor je partner als hij rookt.
Rooming-in houdt in dat je baby en jij altijd in dezelfde ruimte zijn. Vooral het samen slapen is belangrijk. Door in ieder geval in de eerste periode altijd in de buurt van je kindje te zijn, leer je zijn behoeften beter kennen. Dit is weer goed voor de band tussen jullie en vooral voor de borstvoeding.
Tijdens de bevalling kun je worden verdoofd met een ruggenprik. Dit kan gedaan worden als je heel veel pijn hebt, maar ook als je bevalt met een keizersnede word je in principe met een ruggenprik verdoofd. Een ruggenprik verdooft je onderlichaam. Hij kan alleen in het ziekenhuis worden gegeven. Er zijn twee soorten ruggenprikken.
De epidurale ruggenprik kan worden gedoseerd. Op het moment dat je mag gaan persen, wordt de verdoving vaak wat lager gezet, zodat je wel voelt hoe je kan meepersen. De spinale ruggenprik verdooft je onderlichaam in die zin dat je ook echt niets meer voelt. Deze prik krijg je bij een keizersnede. Omdat de verdoving ook je baby kan versuffen, wordt deze goed in de gaten gehouden met een CTG-onderzoek.
Tijdens je bevalling kun je last krijgen van rugweeën. Die ontstaan doordat je baby met zijn hoofdje tegen je lage rugwervels drukt. Je kunt de pijn proberen te verlichten door een massage of door een warme douche of kruik. Je kunt beter niet plat op je rug liggen, want dat maakt de pijn vaak erger.
Het schaambeen is onderdeel van het bekken en is het gewricht dat middenvoor de twee darmbeenderen met elkaar verbindt. Bij bekkeninstabiliteit kun je pijn ervaren rond je schaambeen.
Je schaambeen wordt ook gebruikt bij het opmeten van de baarmoeder tijdens de zwangerschapscontroles. De afstand tussen de bovenkant van het schaambeen en de bovenkant van de baarmoeder, de fundus, zegt iets over de voortgang van de zwangerschap.
Serotien betekent dat je overdragen bent. Dat wil zeggen dat je bevalling te laat is. Je bent serotien wanneer je 42 weken zwanger bent. Je wordt dan doorverwezen naar het ziekenhuis voor verdere zwangerschapsbegeleiding en vaak wordt je ingeleid.
Dat gebeurt omdat je placenta na 42 weken vaak ‘op’ raakt. Ook is het mogelijk dat er niet genoeg vruchtwater meer is of dat er meconium van je baby in het vruchtwater zit.
Tijdens je zwangerschap slaap je vaak wat slechter dan normaal. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Je bent bijvoorbeeld veel aan het denken over wat er nog allemaal moet gebeuren voordat je kindje wordt geboren of je piekert over of alles wel goed zal gaan. Ook moet je tegen het einde van je zwangerschap vaker plassen en je ligt steeds minder comfortabel doordat je buik je in de weg zit.
Je baby heeft niet jouw ritme en zal misschien juist in de nacht vaker wakker zijn en flink bewegen. Daarnaast kun je ook nog last hebben van maagzuur, kramp in je kuit en tintelende vingers door het carpale tunnelsyndroom. Het zijn dus zeker de laatste weken niet de beste omstandigheden om te slapen.
Je kunt proberen om de in de nacht gemiste slaap overdag in te halen. Een warme douche, een beker warme melk en op tijd ontspannen voor het slapen gaan, willen ook wel bijdragen aan een betere nachtrust.
Tijdens je zwangerschap sluit de slijmprop de baarmoeder af. Aan het einde van je zwangerschap kan de slijmprop loslaten. Je ziet dan wat slijm en bloed. Het verliezen van de slijmprop betekent niet dat je bevalling begint; dat kan nog dagen duren. Het is mogelijk dat je de slijmprop pas verliest als je al aan het bevallen bent. Het verliezen van de slijmprop kan geen kwaad voor jou of je kindje.
Tijdens je zwangerschap zijn de wanden van de bloedvaten slapper en heeft je lichaam meer moeite met het rondpompen van het bloed. Het bloed wordt soms niet goed teruggepompt vanuit de benen naar boven en dit geeft extra druk op de bloedvaten. Daardoor kunnen er spataderen ontstaan. Spataderen zijn uitgerekte vaten die blauwpaars zijn en die op de huid liggen.
Als je benen zwaar aanvoelen dan is dat vaak een voorteken voor het ontstaan van spataderen. Om spataderen te voorkomen, is het belangrijk om je benen genoeg te bewegen. Leg je benen regelmatig even omhoog, draag geen schoenen met hakken, masseer je benen af en toe en neem wisseldouches en blijf niet te lang in één houding zitten of staan. Overigens is het ontstaan van spataderen ook deels een kwestie van erfelijke aanleg.
Komt het veel voor in je familie, houd je dan zo veel mogelijk aan de genoemde tips. Heb je veel last van spataderen, dan kun je ook steunkousen dragen. Vraag daarover altijd eerst advies aan je huisarts. Spataderen blijven na de bevalling zichtbaar. Je kunt ze eventueel door een medische ingreep laten verwijderen.
Tijdens de uitdrijvingsfase moet je baby in het geboortekanaal een zogenaamde spildraai maken. Het geboortekanaal maakt namelijk vlak voor het einde een bocht. Om er met zijn hoofd doorheen te kunnen, moet de baby in die bocht zijn hoofd draaien. Dit is vaak even een moeilijk persmoment.
Als je zwanger bent, kun je gewoon blijven sporten. Sporten tijdens je zwangerschap is juist goed voor je. Je conditie blijft op peil en het helpt kwaaltjes als kramp, verstopping en spataderen te voorkomen. Ben je gewend om intensief te sporten, dan kun je op een hoger niveau blijven trainen dan wanneer je het voor de zwangerschap al wat rustiger aan deed.
Naarmate de zwangerschap vordert, kun je beter wel een tandje lager gaan trainen. Je lichaam moet namelijk al harder werken, net als je hart. Als jij harder moet werken, moet de baby dat ook. Bovendien heb je later in de zwangerschap meer kans op blessures, omdat je spieren en gewrichten slapper worden. Kijk ook uit met het trainen van je buikspieren, anders heb je kans op diastase ofwel het uiteenwijken van je buikspieren.
Bepaalde risicosporten kun je beter niet uitoefenen als je zwanger bent. Denk aan vecht-, kracht- en avontuursporten. Wandelen, zwemmen en fietsen mag je tot aan je bevalling blijven doen. Na de bevalling kun je na ongeveer zes weken weer beginnen met sporten. Begin vooral rustig aan en luister naar je lichaam. Sommigen kunnen al snel weer goed trainen, anderen hebben wat meer tijd nodig om hun lichaam te laten herstellen.
Doordat je huid tijdens de zwangerschap flink wordt opgerekt, kun je last krijgen van striae, ook wel zwangerschapsstriemen genoemd. Bij striae ontstaan er scheurtjes in je opperhuid en in het onderhuidse bindweefsel. Dit veroorzaakt paarsrode strepen. Na de zwangerschap worden de strepen vaak wit van kleur, maar ze blijven voor altijd zichtbaar.
Striae kunnen ontstaan op je buik, billen, bovenbenen en borsten. Ze kunnen tijdens de zwangerschap ontstaan, maar bijvoorbeeld ook in de borstvoedingsperiode op je borsten. Of je last zult hebben van striae hangt er vooral vanaf of je er aanleg voor hebt. Ook leeftijd kan een rol spelen.
Jezelf insmeren met olie of crème kan striae niet helpen voorkomen. Als je tijdens het insmeren je huid stevig masseert, kan dit het risico op striae wel verminderen. Door de stevige massage wordt je huid soepeler en tegelijk steviger. Ook een wisseldouche kan hierbij helpen.
Als je naar de 42 weken zwangerschap gaat en dus overtijd dreigt te raken, dan kan de verloskundige je strippen. Strippen kan helpen om de weeën op gang te laten komen. Om te kunnen strippen moet je baarmoedermond al een beetje open zijn, wat zo aan het eind van je zwangerschap vaak wel het geval is.
De verloskundige kan dan de vliezen door te masseren een beetje losmaken van de rand van de baarmoeder. De hormonen die hierbij vrijkomen, kunnen de bevalling op gang helpen. Strippen brengt geen risico mee voor jou of je kindje. Het kan wel wat pijn geven en er kan een beetje bloedverlies optreden.
De meeste baby’s liggen een paar weken voor de uitgerekende datum netjes met hun hoofd naar beneden in de goede positie voor de geboorte. Sommigen liggen echter met hun hoofd naar boven en met hun billen naar beneden. Dit wordt een stuitligging genoemd. Je hebt verschillende soorten stuitliggingen: onvolkomen stuitligging, volkomen stuitligging, half onvolkomen stuitligging en voetligging.
Als de stuitligging op tijd, dat wil zeggen bij uiterlijk 36 weken zwangerschap, wordt ontdekt, dan kan de verloskundige proberen het kindje in de goede positie te draaien. Dit wordt ook wel een uitwendige draaiing of versie genoemd. Een alternatieve methode is om te kijken of je baby uit zichzelf omdraait door middel van moxatherapie, een vorm van acupunctuur. Als je kindje in stuit blijft liggen, dan kun je nog wel op een natuurlijke manier bevallen. Dit moet wel in het ziekenhuis plaatsvinden, omdat de geboorte meer risico’s kan meebrengen. Soms beslist de gynaecoloog dat er een keizersnede nodig is.
Dit is ook afhankelijk van de soort stuitligging waar het om gaat. Laat je goed voorlichten over de risico’s van een uitwendige draaiing en over het natuurlijk bevallen bij een stuitligging, dan kun je een weloverwogen beslissing nemen. Als je kindje in stuit heeft gelegen, wordt je aangeraden om bij de leeftijd van drie maanden een echo van zijn heupen te laten maken. Een kindje in stuit heeft namelijk een iets grotere kans op heupdysplasie.
Een tangverlossing is een manier om je baby te helpen geboren te worden als je zelf kracht tekortkomt tijdens het persen. Het kan zijn dat de conditie van jou zelf of van je kindje niet optimaal is of dat je persweeën niet sterk genoeg zijn. Als er dan een snelle bevalling nodig is, kan een tangverlossing helpen.
Bij een tangverlossing worden er twee grote soort lepels om het hoofdje van je kindje gedaan en tijdens een perswee wordt hij hiermee naar buiten getrokken. Je wordt meestal eerst plaatselijk verdoofd en vaak is er een knip nodig. Een tangverlossing kan geen kwaad voor jou of je baby. Je kindje kan na de bevalling wel even last hebben van hoofdpijn en op zijn hoofdje kunnen een paar ingedeukte plekken voorkomen. Dit trekt allemaal vanzelf weer weg.
Om de zwangerschapsduur en de uitgerekende datum te bepalen, wordt er in het begin van je zwangerschap een echo gemaakt, de zogenaamde termijnecho. Deze echo heb je meestal als je tussen de negen en elf weken zwanger bent. Tijdens de echo wordt de foetus opgemeten. Omdat de groei van elke foetus in de eerste drie maanden zo goed als gelijk is, kan de verloskundige aan de hand van de metingen nauwkeurig bepalen hoeveel weken en dagen je in verwachting bent. In de eerste drie maanden van je zwangerschap is de kans op een miskraam groter dan in de tijd erna. Bij een goede termijnecho wordt de kans op een miskraam al een stuk kleiner, wat natuurlijk een enorme geruststelling is voor elke zwangere.
Als je verloskundige je toucheert, betekent dit dat zij tijdens de ontsluitingsfase inwendig bij je voelt hoeveel ontsluiting er is. Ze kan ook de positie van het hoofdje van je baby voelen.
Toxoplasmose is een infectie die tijdens je zwangerschap gevaar kan opleveren voor je kindje. Je kunt besmet raken met toxoplasmose via rauw of niet goed gegaard vlees, maar ook via de uitwerpselen van bijvoorbeeld katten. Daarom is het verstandig om handschoenen te dragen als je rauw vlees gaat bereiden, maar ook als je in de tuin werkt waar katten hebben rondgelopen.
De tripletest lijkt op de combinatietest. Ook hierbij gaat het om een kansberekening die het risico inschat op afwijkingen als een open ruggetje of het syndroom van Down. Een tripletest wordt niet standaard aangeboden; je moet er zelf om vragen. De test wordt meestal uitgevoerd rond zestien weken zwangerschap.
Bij de tripletest wordt er gekeken naar het bloed van de zwangere in combinatie met gegevens als de leeftijd van de zwangere. Als er een verhoogd risico op een afwijking wordt geconstateerd, dan kom je in aanmerking voor vervolgonderzoek zoals een vruchtwaterpunctie.
De twintigwekenecho krijg je, de naam zegt het al, als je rond de 20 weken zwanger bent. Deze echo wordt Structureel Echoscopisch Onderzoek (SEO) genoemd. Bij een SEO wordt er gekeken naar de groei van en eventuele aandoeningen bij je ongeboren kind en naar het vruchtwater. Er zijn verschillende soorten twintigwekenecho’s, afhankelijk van het gegeven of je bepaalde (erfelijke) indicaties hebt voor complicaties tijdens de zwangerschap.
Als er bijvoorbeeld in je familie een erfelijke aandoening voorkomt, dan krijg je een uitgebreide echo in het ziekenhuis. Vaak is bij deze echo het geslacht ook te zien. Geef dus voor de zekerheid aan als je dit niet wilt weten. Elke zwangere wordt een SEO aangeboden, maar je bent niet verplicht om het onderzoek te ondergaan.
De uitdrijvingsfase is de fase van de persweeën en van de uiteindelijke geboorte van je kindje. Deze fase volgt op de ontsluitingsfase. De fase duurt bij een eerste kindje vaak maximaal twee uur; bij een volgende bevalling duurt het vaak veel korter.
In de uitdrijvingsfase kun je worden overvallen door persdrang. Meestal heb je al volledige ontsluiting, soms moet je de persweeën nog even wegzuchten voor de laatste halve centimeter waarna je mag meepersen. Tijdens de weg naar buiten moet je kindje nog een draai maken in het geboortekanaal, de spildraai. Dit is een lastig moment, maar daarna gaat het meestal vlot en zal je baby spoedig worden geboren.
De uitgerekende datum is de vermoedelijke datum waarop je uitgerekend bent. Je kunt de datum alleen met deze methode uitrekenen als je een regelmatige menstruatie hebt. Om de uitgerekende datum te bepalen, wordt uitgegaan van de eerste dag van je laatste menstruatie.
Daar tel je dan negen maanden bij op en vervolgens nog eens zeven dagen. De uiteindelijke datum waarop je bent uitgerekend wordt overigens door de verloskundige bepaald aan de hand van de termijnecho.
Als je kindje in stuitligging ligt, kan de verloskundige proberen hem door middel van een uitwendige draaiing in de goede positie te krijgen. Dit noemt men ook wel versie. Hierbij duwt de verloskundige van buiten hard tegen je buik en je baby daarin om hem zo rond te kunnen draaien. De beste periode om een uitwendige draaiing uit te voeren is rond de 36 weken zwangerschap.
Er is dan voor je kindje nog net genoeg ruimte in de baarmoeder om te kunnen draaien, maar er is niet meer zoveel ruimte dat hij makkelijk weer terug kan draaien. Bij een draaiing wordt er eerst een echo gemaakt om te kijken hoe je baby precies ligt. Ook na de draaiing wordt er met een echo naar de ligging gekeken. Tijdens het draaien controleert de verloskundige ook steeds de hartslag van je kindje. Het kan namelijk zijn dat zijn hartslag tijdelijk daalt.
Dit hoeft geen probleem te zijn, maar het mag niet te lang duren. Heel soms treden er complicaties op na een draaiing. Je wordt dan in het ziekenhuis opgenomen en het is mogelijk dat je moet bevallen of een keizersnede moet ondergaan.
Draaien is geen prettig gevoel, maar de pijn is te doen. Vaak heb je de dag erna een beurse buik. Je kunt paracetamol nemen tegen de pijn.
Uterus is een woord uit het Latijn en het betekent baarmoeder.
Bij een vacuümextractie wordt de geboorte van je baby versneld door een vacuümpomp te gebruiken. Dit kan nodig zijn als de weeën niet sterk genoeg zijn of als de toestand van de baby of van de moeder een snelle bevalling noodzakelijk maakt. De zuignap van de pomp wordt op het hoofdje van je kindje geplaatst en dit wordt vacuüm getrokken. Vervolgens wordt er tijdens een perswee aan de zuignap getrokken terwijl je zelf ook meeperst.
Vaak word je eerst plaatselijk verdoofd voordat de zuignap op het hoofd van je baby wordt gezet. Ook een knip komt in deze situatie veel voor. Een geboorte met behulp van vacuümextractie kan geen kwaad voor jou of je kindje. Wel zal je baby de eerste paar dagen na de geboorte een bult op zijn hoofd hebben.
Een varentest wordt gebruikt om bij vochtverlies tijdens de zwangerschap te controleren of het vocht vruchtwater is. Een varentest wordt ook wel gebruikt door vrouwen die zwanger willen worden om vast te stellen wanneer ze hun vruchtbare periode hebben.
Een verloskundige is gespecialiseerd in het begeleiden van een normale, ongecompliceerde zwangerschap en bevalling. Zodra er een complicatie optreedt en er een medische indicatie is, zal de verloskundige je verwijzen naar de gynaecoloog.
De controles bij de verloskundige bestaan onder andere uit het opmeten van je bloeddruk, het controleren van het ijzer in je bloed, het met een doptone luisteren naar het hartje van je baby en het opmeten van de grootte van je baarmoeder.
De verloskundige controleert je niet alleen gedurende je hele zwangerschap, ook na de bevalling zorgt ze voor de nazorg. Je kunt je verloskundige ook altijd om advies vragen over zaken rondom zwangerschap en moederschap.
Vermoeidheid is een veelvoorkomend verschijnsel tijdens de zwangerschap. Vooral in de eerste drie maanden hebben zwangere vrouwen hier last van. Het lichaam gebruikt dan al zijn energie voor het wennen aan de nieuwe situatie en voor de opbouw van het kindje in je buik.
Ook tijdens de laatste weken ben je vaak meer vermoeid. Je hebt heel wat meer gewicht mee te sjouwen en je hart moet harder werken om het extra bloed in je lichaam rond te pompen. Je kunt het beste je ritme aanpassen en toegeven aan de vermoeidheid. Het is ook een signaal van je lichaam waarnaar je moet luisteren.
Vernix is een witachtig slijm dat de huid van de baby beschermt in de baarmoeder. Bij de bevalling is de babyhuid nog bedekt met dit slijm. Dit zorgt er ook voor dat de baby makkelijker door het geboortekanaal glijdt. Bij baby’s die een paar weken te vroeg worden geboren, is de vernixlaag vaak nog wat dikker dan bij baby’s die op tijd of na de uitgerekende datum worden geboren.
Het laagje vernix hoef je niet van de baby af te vegen. De huid neemt het in de eerste dagen na de geboorte voor een deel op en de rest slijt er vanzelf af. Door het laagje is je baby’s huid de eerste dagen nog goed beschermd. Je hoeft het in die tijd dan ook nog niet in te smeren met bijvoorbeeld babyolie.
In je zwangerschap kun je last hebben van verstopping, ook wel obstipatie genoemd. Onder invloed van het hormoon progesteron zijn de spieren van je darmwand verslapt. Ook kunnen je darmen een beetje in de knel komen te zitten doordat je baarmoeder ze wegdrukt. Je eten doet er langer over om door je darmen heen te gaan en daardoor is je ontlasting aan het eind minder vochtig en dus harder.
Dit maakt dat je meer moeite hebt met je ontlasting. Om verstopping te voorkomen, moet je proberen veel water te drinken en vezelrijk te eten. Denk aan fruit, groenten en volkoren producten. Ook het drinken van sinaasappelsap kan helpen. Daarnaast moet je ook voor voldoende beweging zorgen. Heb je last van verstopping, zorg dan dat je bij het ontlasten niet te hard meeperst, want dat kan aambeien veroorzaken.
Bij een vlokkentest wordt er tijdens de zwangerschap met een naald via je buikwand een stukje van je placenta weggehaald. Dit stukje bevat chromosomen van je kindje en die worden vervolgens onderzocht op afwijkingen. De vlokkentest wordt meestal gedaan als je rond de drie maanden zwanger bent en alleen als daar een reden voor is.
Een reden voor een vlokkentest is onder andere als je 36 jaar of ouder bent, als er in je familie bepaalde erfelijke afwijkingen voorkomen of als de combinatietest een verhoogd risico heeft aangegeven. Er is een klein risico verbonden aan de vlokkentest. De kans op een miskraam stijgt met ongeveer 1%.
Tijdens de zwangerschap is het normaal dat je meer vocht vasthoudt. Vooral tegen het einde van je zwangerschap en als het warm weer is, heb je er last van. Je kunt je behoorlijk opgeblazen voelen, maar dit kan in principe geen kwaad. Heb je naast het vocht vasthouden ook last van klachten als hoofdpijn of tintelingen, laat dan je bloeddruk controleren.
Vocht vasthouden kan namelijk ook duiden op een te hoge bloeddruk en daarmee op een mogelijke zwangerschapsvergiftiging. Blijf in ieder geval genoeg drinken en leg als je de kans hebt je benen omhoog. In de periode na je bevalling verdwijnt het extra vocht vanzelf weer uit je lichaam.
Vochtverlies in je zwangerschap kan verschillende oorzaken hebben. Je kunt vruchtwater verliezen, maar het kan ook afscheiding of urine zijn. Meestal is het een van de laatste twee. Tijdens je zwangerschap heb je meer afscheiding dan normaal en de afscheiding is soms wat waterig. Daarom kan een zwangere denken dat het om vruchtwater gaat.
Doordat je spieren wat slapper worden, kun je zeker tegen het einde van je zwangerschap ook last krijgen van urineverlies. Vruchtwater herken je door de zoetige geur die het heeft. Vermoed je dat je vruchtwater verliest, dan kun je altijd de verloskundige om advies vragen. Zij ziet en ruikt al snel of het inderdaad om vruchtwater gaat. Bij twijfel kan ze je altijd naar het ziekenhuis sturen voor een varentest.
Bij een volkomen stuitligging ligt je kindje met zijn billen naar beneden, met zijn bovenbenen gestrekt langs het lichaam en met zijn knieën gebogen zoals in kleermakerszit. Je kunt bij deze vorm van stuitligging op een natuurlijke manier bevallen.
Je baby moet wel vlot worden geboren, want anders heeft hij kans op ademnood. Ook is de kans groot dat je bekken niet ruim genoeg is om je kindje op deze manier geboren te laten worden. De bevalling zal altijd in het ziekenhuis moeten plaatsvinden en de gynaecoloog kan ook voor een keizersnede kiezen als de bevalling niet snel genoeg verloopt.
Bij een voorhoofdsligging ligt je baby in ingedaalde positie met zijn voorhoofd naar beneden. Dit leidt vaak tot een keizersnede, omdat het bekken in veel gevallen te klein is om het hoofdje in deze stand door te kunnen laten.
Vrijen tijdens je zwangerschap kan geen kwaad voor jou of je kindje. Wel kun je je minder prettig voelen. Dit komt doordat je bang bent om de baby pijn te doen of doordat je je niet aantrekkelijk voelt met je dikke buik. Soms is je zin om te vrijen veel minder dan wanneer je niet zwanger bent, terwijl er ook vrouwen zijn die juist veel meer zin hebben.
Tijdens of na het vrijen kun je last hebben van harde buiken. Ook kun je last hebben van een beetje bloedverlies. Dat komt waarschijnlijk doordat je een wondje hebt aan je baarmoedermond. Het kan beide geen kwaad. Of je nu wel of juist geen zin hebt in vrijen tijdens je zwangerschap, het is belangrijk om erover te praten met je partner. Zo weet je allebei waar je aan toe bent.
Van een vroeggeboorte is sprake als je baby tussen de 20 en 37 weken zwangerschap wordt geboren. Vanaf 24 weken is er een overlevingskans voor je kindje. Hoe groot die kans is, hangt af van hoeveel weken je zwangerschap gevorderd is en van de conditie van je baby. Hoewel er zeker overlevingskansen zijn voor zeer vroeg geboren baby’s, kan een vroeggeboorte wel grote gezondheidsproblemen meebrengen. Vanaf week 34 zijn de gezondheidsrisico’s voor je baby nauwelijks groter dan wanneer hij op tijd zou worden geboren.
De grootste risico’s bij een vroeggeboorte zijn onrijpe longen, hersenbloedingen en een lage weerstand tegen infecties. Het is vaak niet duidelijk waardoor een kindje te vroeg wordt geboren.
Mogelijke oorzaken ervoor zijn een loslatende placenta, een meerlingenzwangerschap, een infectie in de baarmoeder of een infectieziekte van de moeder, bloedverlies, roken en alcohol drinken. Dreigt er een vroeggeboorte, dan krijg je vaak weeënremmers die de geboorte met een paar dagen kunnen uitstellen. Je krijgt ook injecties met corticosteroïden om de longrijping bij je kindje te versnellen.
Vruchtwater is de vloeistof waarmee je baarmoeder tijdens de zwangerschap is gevuld en waarin je kindje ronddobbert. Het vruchtwater werkt als een soort stootkussen; het is een extra bescherming voor je baby als jij bijvoorbeeld je buik stoot. Ook oefent de baby met drinken en slikken door het vruchtwater te drinken.
Het vruchtwater bevat onder andere mineralen, eiwitten, suikers en vetten. Het heeft steeds een andere samenstelling, afhankelijk van de behoefte van je kindje op dat moment. Ook wordt het vele keren per dag ververst, waarbij het oude vruchtwater wordt afgevoerd via de placenta, je bloed, je nieren en de vliezen.
De vruchtwaterpunctie is een vorm van prenataal onderzoek en lijkt op een vlokkentest. Bij een vruchtwaterpunctie wordt er met een holle naald via je buikwand wat vruchtwater uit de baarmoeder opgezogen. In het vruchtwater zitten cellen van de baby en de chromosomen in die cellen worden onderzocht op afwijkingen zoals het syndroom van Down en een open ruggetje.
Een vruchtwaterpunctie wordt uitgevoerd als je tussen de vier en vijf maanden zwanger bent en als er een goede reden voor is. Dit is onder andere als je 36 jaar of ouder bent, als er in je familie bepaalde erfelijke afwijkingen voorkomen of als de combinatietest of de tripletest een verhoogd risico heeft aangegeven. Net als de vlokkentest geeft de vruchtwaterpunctie iets meer risico op een miskraam, maar dit is wel nog minder dan bij de vlokkentest.
Wiegendood is een vorm van sterfte van je kind waarbij hij in zijn slaap overlijdt zonder dat er aanwijzingen waren voor een eventueel overlijden voordat hij ging slapen. Een mogelijke oorzaak is dat een kindje in zijn slaap zo diep ontspant dat ook de ademhalingsspier te veel ontspant en daardoor stopt met functioneren.
Wiegendood is niet te voorkomen, maar het risico op wiegendood is wel te verkleinen door bepaalde maatregelen te nemen: laat je kindje op zijn rug slapen en niet op zijn buik, gebruik geen dekbedje, kussens en hoofdbeschermers, zorg ervoor dat het niet te warm is in de babykamer en in het bedje en controleer je baby af en toe als hij ligt te slapen.
Door middel van yoga leer je hoe je goed kunt ontspannen tijdens de bevalling. Door te ontspannen kun je je ontsluitingsweeën beter opvangen. Er is veel aandacht voor ademhaling en ontspanningsoefeningen. Met zwangerschapsyoga kun je al vroeg in je zwangerschap beginnen.
Een zwangerschapscursus is een cursus die je tijdens je zwangerschap kunt volgen en hij dient deels als voorbereiding op je bevalling. Er zijn veel verschillende soorten cursussen, zoals yoga, zwemmen, gym en haptonomie. Op internet is genoeg te vinden over het aanbod in je omgeving en je kunt ook altijd raad vragen aan je verloskundige.
Tijdens je zwangerschap kun je last krijgen van suikerziekte, de zogenaamde zwangerschapsdiabetes. Het verschil met gewone diabetes is dat je er na je bevalling in principe weer van geneest. Heb je veel vruchtwater, is je kindje groot in verhouding tot de zwangerschapsduur of komt er suikerziekte voor in je familie, dan kan dit inhouden dat je last hebt van zwangerschapsdiabetes.
Als de verloskundige vermoedt dat je dit hebt, zal ze je urine en je bloed laten controleren. Vaak is het volgen van een bepaald dieet genoeg om te voorkomen dat jij of je baby er schade van ondervindt. Soms moet je ook extra insuline toegediend krijgen.
Een zwangerschapslijn, ook wel bekend als linea nigra, is een donkere verticale lijn die loopt tussen het schaambeen en de navel.
De lijn kan ook tot boven je navel doorlopen. Meestal wordt de lijn zichtbaar vanaf het tweede trimester en verdwijnt hij weer een paar maanden na de bevalling. Overigens is de lijn niet bij elke zwangere te zien.
Onder invloed van de hormonen kun je tijdens de zwangerschap door de zon een zogenaamd zwangerschapsmasker krijgen. Dit komt door pigmentverkleuringen van je huid. Je ziet dan vaak bruine vlekken op je gezicht en in je hals.
Deze vlekken kunnen na je zwangerschap weer verdwijnen, maar als je veel in de zon bent geweest kan het ook voor altijd zichtbaar blijven. Om een zwangerschapsmasker te voorkomen, is het belangrijk je in te smeren met een hoge factor en een hoed op te zetten.
Veel vrouwen die zwanger willen worden, letten op mogelijke zwangerschapssymptomen. Symptomen die kunnen wijzen op een zwangerschap zijn: vermoeidheid, misselijkheid, gespannen borsten, kramp in je onderbuik, meer afscheiding, vaker plassen en veranderde eetlust.
Deze symptomen kunnen natuurlijk ook allemaal met iets heel anders te maken hebben. De duidelijkste tekenen voor een mogelijke zwangerschap zijn het uitblijven van je menstruatie en een positieve zwangerschapstest.
Een zwangerschapstest is een test die je kunt uitvoeren om te controleren of je zwanger bent. De test werkt op urine. Als je zwanger bent, zit er in je urine een verhoogde concentratie hCG, het zogenaamde zwangerschapshormoon. Je kunt de test uitvoeren vanaf de dag nadat je je menstruatie verwacht als deze uitblijft.
Gebruik voor de test bij voorkeur ochtendurine, omdat deze het sterkst geconcentreerd is. Houd je verder aan de gebruiksaanwijzing, dan is de test voor 99% betrouwbaar. Soms blijk je bij een negatieve uitslag wel of bij een positieve uitslag toch niet zwanger te zijn. Dit heeft vaak te maken met het uitvoeren van de test op een verkeerd moment of niet volgens de gebruiksaanwijzing.
Vermoed je dat de uitslag niet klopt, doe de test dan een dag of een paar dagen later nog een keer. Bij twijfel kun je ook altijd naar de huisarts gaan om daar een test te laten doen.
Zwangerschapsvergiftiging is een aandoening die je tijdens je zwangerschap kunt krijgen. De term wordt ook wel gebruikt als overkoepelende naam voor de verschillende aandoeningen die allemaal te maken hebben met een te hoge bloeddruk: zwangerschapshypertensie (hoge bloeddruk), eclampsie en HELLP-syndroom.
Bij zwangerschapsvergiftiging heb je last van een te hoge bloeddruk. Daarnaast heb je eiwit in je urine en vaak houd je vocht vast en heb je last van hoofdpijn en tintelende vingers. Het is belangrijk om een zwangerschapsvergiftiging op tijd te constateren en te behandelen. Dan loop je minder risico dat de aandoening zich ontwikkelt tot een ergere vorm zoals HELLP of eclampsie. Zwangerschapsvergiftiging wordt meestal behandeld met bloeddrukverlagende en kalmerende medicijnen.
Het is belangrijk dat je rust houdt. Daarnaast wordt de hartslag van je kindje goed in de gaten gehouden. Ook wordt er gecontroleerd of de placenta nog goed doorbloed is. Als de conditie van je kindje achteruit gaat of je placenta niet meer voldoende functioneert, kan het zijn dat je bevalling moet worden opgewekt. Zwangerschapsvergiftiging kan ook nog tot een paar dagen na de bevalling ontstaan.
Als je in Nederland in loondienst werkt, dan heb je als zwangere recht op zwangerschapsverlof. De verlofperiode duurt in principe zestien weken. Je kunt het verlof laten ingaan vanaf zes tot vier weken voor de uitgerekende datum. De overgebleven periode loopt door na je bevalling.
Begint je verlof zes weken van tevoren, dan heb je dus nog tien weken verlof na de uitgerekende datum. Als je kind te laat wordt geboren, dan komt het aantal dagen te laat er nog bij. Tijdens het zwangerschapsverlof krijg je een uitkering ter hoogte van je salaris. Na de verlofperiode heb je weer recht op je oude baan.